Om gebruik te kunnen maken van een website moet u wel beschikken over een domeinnaam. U wordt eigenaar van een domeinnaam. U kunt dus altijd over uw domeinnaam beschikken en deze eventueel meenemen naar een ander bedrijf voor de hosting.
Een domeinnaam is uw adres op internet. Een eigen unieke identiteit en in de meeste gevallen de basis van iedere website. Een domeinnaam kan maximaal 67 tekens lang zijn en mag uit cijfers en letters bestaan. Aan een domeinnaam wordt een extensie gegeven, zoals bijvoorbeeld .nl of .com. Deze extensies staan over het algemeen voor de geografische achtergrond (land), hebben een meer internationaal karakter (.com), of geven de bedoeling van de website aan. Als u een eigen website wilt maken, zodat mensen u kunnen vinden via internet, moet u een unieke domeinnaam kiezen (bijvoorbeeld uw bedrijfsnaam). Er zijn veel hostingbedrijven waarbij u een domeinnaam kunt registreren, bij voorkeur doet u dit bij een erkende domeinnaamregistreerder.
Deze domeinnaam is uw visitekaartje. Het is dan ook verstandig ervoor te zorgen dat de domeinnaam uw bedrijfsnaam bevat. Uw e-mailadres wordt hier aan gekoppeld. Het is niet professioneel als u namen als bijvoorbeeld p.jansen@hotmail.com of piet@planet.nl gebruikt, dit komt zakelijk gezien niet serieus over. Potentiële klanten krijgen de indruk dat uw bedrijf nog niet gevestigd is, wanneer u niet een eigen domeinnaam heeft. Als u goede zaken wilt doen, moet u tegenwoordig zeer zeker over een domeinnaam beschikken. Er worden per dag tienduizenden domeinnamen geregistreerd met al meer dan 4 miljoen namen vastgelegd. Registreer dus tijdig uw domeinnaam, zodat niemand anders u voor is.
De oorsprong van de domeinnaam heeft te maken met een uniek nummer dat elke computer op internet heeft. Dat nummer heet IP-adres (Internet Protocol). Het bestaat uit een combinatie van cijfers. Omdat woorden makkelijker zijn te onthouden dan cijfers, is ervoor gekozen deze nummers te vertalen naar namen. Die namen worden in een domainnameserver terugvertaald naar nummers. Iedere domeinnaam is opgebouwd uit minimaal twee onderdelen. De meest rechtse component wordt het top level domein genoemd. De country code top level domain names verwijzen naar landen, zoals .nl voor Nederland, .be voor België of .de voor Duitsland.
Naast deze landcodes zijn er ook generic top level domain names, zoals .com, .org en .net, die generiek zijn en niet staan voor een bepaald land. Het woord dat aan het top level domein .nl voorafgaat, is het deel dat
SIDN verstrekt.
Geschiedenis
Het internet is ontstaan aan het einde van de jaren zestig. Een Amerikaanse organisatie (SRI-NIC) beheerde een zevental categorieën domeinnamen, ingedeeld in: .com, .edu, .gov, .org, .net, .int en .mil. Deze domeinnamen worden generic top level domains (of gtld's) genoemd. Daarnaast is een landenindeling gemaakt: .nl, .uk, .de, .be enzovoort. De zogenaamde country-code top level domains. Deze indeling heeft plaatsgevonden op basis van ISO-norm nr. 3166.
Sinds 1998 is het internationale registratiesysteem van Internet-domeinnamen overgedragen aan de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN). Dit is een non-profitorganisatie die is gevestigd in de Amerikaanse staat California.
RFC 1591: het fundament van de domeinnaam
De wijze waarop een domeinnaam is opgebouwd ligt vast in RFC 1591. Requests for Comment (RFC's) kunnen het beste worden omschreven als het fundament van internet. Een uitgebreide verzameling van afspraken zorgt ervoor dat het internet blijft draaien. In feite zijn de RFC's de wetten van internet, die geheel democratisch tot stand komen in werkgroepen. Op de site van de Internet Engineering Task Force (IETF) is een overzicht te vinden van deze werkgroepen. Iedereen mag meepraten over alles, maar vaak zijn de onderwerpen zo specialistisch dat alleen mensen met verstand van zaken iets in te brengen hebben.
Technisch
Om te begrijpen wat een domeinnaam is, kan men het beste een domeinnaam zien als een duidelijke weergave van een IP-adres. De weergave maakt het communiceren en het uitwisselen van informatie op het internet eenvoudig.
Elke computer heeft een eigen IP-adres. Om contact te leggen met een willekeurige computer moet u het IP-adres van de betreffende computer kennen. IP-adressen worden genoteerd als vier door punten gescheiden getallen en zijn hierdoor lastiger te onthouden dan namen. Daarom is het zinvol om ieder IP-adres met een symbolische naam te associëren.
Ontstaan DNS
Namen werden niet alleen op (de voorlopers van) het internet gebruikt, maar ook op andere netwerken. Halverwege de jaren tachtig was het niet langer vol te houden om alle namen die voorkwamen op het internet in één database bij te houden. Al gauw is gebleken dat het onbegonnen werk was om miljoenen namen wereldwijd te coördineren en uniek te houden. Op het (Unix) UUCP netwerk ontstonden er al problemen bij zo'n 25.000 namen. Daarom is een hiërarchisch systeem voor naamgeving ontworpen: het Domain Name System (DNS).
De twee belangrijkste eigenschappen van dit systeem zijn een hiërarchische naamgeving en een gespreide verzorging van de naam-adres-vertalingen. Daarnaast kan een domeinnaam bovendien naar meer dan één IP-adres verwijzen en vice versa. Zo kan voor e-mail onder een domeinnaam een hele organisatie ondergebracht worden (gebruiker@organisatie.nl).
De hiërarchie
Een machinenaam bestaat uit meerdere door punten gescheiden niveaus of componenten, bijvoorbeeld: hulp.consist.nl. De componenten in de namen worden domeinen genoemd, .nl is het domein voor Nederland, primahost.nl is het domein voor de organisatie Primahost en hulp.primahost.nl is uiteindelijk het domein van de machine Hulp binnen de organisatie Primahost en binnen het domein Nederland. De domeinnamen vóór de organisatiedomeinnaam heten subdomeinnamen. De top van de hiërarchie is de "root" aangeven met een punt.
De meest rechtse component (de laatste twee of drie letters) in de naam wordt het top level domein genoemd. Dit is het beste te vergelijken met het kengetal in een telefoonnummer. Op basis van het top level domein wordt het internetverkeer gesorteerd en kan het sneller worden afgehandeld. Vaak verwijzen de topleveldomeinen naar landen. Bijvoorbeeld:
.nl voor Nederland; .au voor Australië en .ch voor Zwitserland.
Naast deze landcodes (country code top level domains of cctld's) zijn er ook organisatorische domeinen (generic top level domains of gtld's), zoals:
.com voor commerciële instellingen; .org voor organisaties; .edu voor onderwijsinstellingen;
.gov voor instellingen van de overheid van de Verenigde Staten; .biz voor bedrijven en .museum voor musea.
SIDN verdeelt alleen namen met het toplevel .nl. Op de site van Norid is te zien waar en hoe de namen met andere uitgangen worden verdeeld. |